Afbeelding 1: Aan de Sint Annastraat bevond zich het kantoorpand van de Splendorfabriek.
Hoewel een blik op het NXP-complex, het vroegere Philips Halfgeleiders, doet vermoeden dat de geschiedenis van de elektrotechnische industrie in Nijmegen van recente datum is, bevinden zich elders twee vooroorlogse fabrieksgebouwen die onlangs een nieuwe bestemming hebben gekregen. Op de eerste plaats gaat het dan om het voormalige Splendor, waarvan de fabriek in de Sint-Annastraat volledig schuil gaat achter een representatief kantoorgebouw met glas-in-lood ramen en tegeltableau. Na oprichting in 1919 kwam deze onderneming al in 1930 in handen van Philips, maar bleef onder eigen naam auto-, rijwiel- en miniatuurlampen produceren tot 1984. Als ‘Splendorfabriek’ huisvest het gebouw tegenwoordig de creatieve ondernemers van Nijmegen. Aan de andere kant van de Waal, in het toenmalige dorp Lent, ging onder de naam Thermion in 1937 de productie van radiobuizen van start. Na overname door Philips in 1957 liet dit bedrijf er tot 1984 silicium en germanium produceren voor haar Nijmeegse halfgeleiderfabriek. Sinds de annexatie door Nijmegen is Lent onder de naam Waalsprong de nieuwe uitbreidingslocatie van de stad geworden, waarbij de ‘Thermionfabriek’ als industrieel erfgoed gehandhaafd bleef. Na een opknapbeurt kunnen de bewoners er terecht in een gezondheidscentrum, fitness-studio en wijkinformatiepunt en doet het naastgelegen ketelhuisje dienst als café-restaurant.Afbeelding 2: Daarachter gingen de lange productiehallen schuil met hun kenmerkende daklichten.
‘Splendor’, het Latijnse woord voor ‘schittering’, was oorspronkelijk een merknaam die vanaf 1926 ook als bedrijfsnaam gevoerd ging worden door de NV Gloeilampenfabriek Nijmegen. Deze onderneming zag in 1913 het licht en vestigde haar fabriek aan de Van Gentstraat. Oprichter was Willem van Heijningen en hij bekleedde tot 1945 het directeurschap. Na 1919 zette het bedrijf zijn activiteiten voort als NV Gloeilampenfabriek Nijmegen met een productassortiment dat bestond uit huisverlichtingslampen en zogenaamde ‘lagevolt-lampen’ voor automobielen en rijwielen. Vooral deze laatstgenoemde categorie vertoonde een sterke groei door exportmogelijkheden, aanvankelijk naar Groot-Brittannië, spoedig gevolgd door Australië en Nederlands-Indië. Daardoor was het mogelijk om een nieuwe fabriek te laten bouwen aan de St. Annastraat, een belangrijke uitvalsweg van de stad. Deze werd in 1928 in gebruik genomen en in datzelfde jaar trad margarinefabrikant Anton Jurgens aan als mededirecteur naast Van Heijningen. Vanuit Eindhoven werden deze ontwikkelingen nauwlettend gevolgd door die andere ‘Anton’ uit het Nederlandse zakenleven. Hoewel Philips ondertussen een internationale speler was geworden binnen de gloeilampenindustrie, bleef het zijn positie op de thuismarkt scherp in de gaten houden. Anton Philips voerde de druk op omdat hij wist dat door de veel lagere prijzen waarvoor Splendor al jarenlang haar lampen verkocht de financiële positie weinig rooskleurig was. Toen Anton Jurgens op de algemene aandeelhoudersvergadering van 1930 zijn aftreden bekend maakte was duidelijk dat Philips definitief greep had gekregen op Splendor. Als dochterbedrijf van Philips bleef Splendor vervolgens tot 1984 onder eigen merknaam gloeilampen produceren, om daarna nog tot 1994 als verkoopmaatschappij in Wijchen actief te blijven.Afbeelding 3: Het tegeltableau dat herinnert aan de opening van de fabriek is behouden gebleven.
Het duurde tot na de eeuwwisseling vooraleer er een nieuwe bestemming kwam voor de fabriek aan de St. Annastraat. De gemeente plaatste het complex op de monumentenlijst vanwege de historische- en architecturale waarde. Dat laatste heeft zowel betrekking op het karakteristieke kantoorgebouw aan de straatzijde, ontworpen door architect Hubertus Pothoven, als op de langgerekte koepeldaken met lichtkappen van de twee productiehallen die zich daar achter bevinden. In 2006 kwam het beheer in handen van een groep investeerders die onder de naam ‘Splendorfabriek’ bedrijfsruimtes ging verhuren aan kleine en innovatieve bedrijven. Momenteel zijn het zo’n tachtig ondernemers – hoofdzakelijk MKB-ers en ZZP-ers op het vlak van kunst en cultuur, kleinschalige productie en ICT – die er voor kortere of langere tijd onderdak vinden. Het verleden van de fabriek wordt levend gehouden door de Vereniging Splendor Historie, die er enkele vitrines met producten, verpakkingen en reclamemateriaal toont. Ook een antieke productiemachine en het tegeltableau, dat bij de opening van de fabriek in 1928 door het personeel werd aangeboden aan de directie, zijn onderdeel van deze kleine tentoonstelling. In 2009 kreeg dankzij deze vereniging een drietal glas-in-loodramen van kunstenaar Heinz van Teeseling zijn oorspronkelijke plaats terug in de entreehal van het kantoor.Afbeelding 4: De Thermionfabriek in haar rol als gezondheidscentrum en wijkinformatiepunt.
Met goede vooruitzichten in de radiobuizenbranche en een nieuwe fabriek in Lent leek de toekomst er voor de NV Thermion in 1937 goed uit te zien. Binnen korte tijd zou die situatie zich echter drastisch wijzigen. Dat najaar nog raakte het bedrijf verzeild in een rechtszaak met Philips in verband met licentierechten. Thermion trok aan het kortste eind toen in december de vordering van Philips door de rechter werd toegewezen. Begin 1938 werden twee productiemedewerkers gearresteerd voor wat zich liet aanzien als een ordinaire bedrijfsdiefstal. Maar toen eind februari de directeuren op verdenking van fraude door de politie werden verhoord bleek er veel meer aan de hand te zijn. Justitie was op aandringen van de hoofdaandeelhouder en de commissarissen tot deze arrestaties overgegaan omdat op basis van de jaarcijfers het vermoeden was gerezen dat zich onregelmatigheden voordeden. Dat hiermee het voortbestaan van de onderneming direct in gevaar kwam werd een week later duidelijk toen het ontslag voor de driehonderd medewerkers werd aangevraagd. Vanwege deze maatschappelijke impact gingen de kranten de zaak op de voet volgen en al spoedig meldden de koppen dat Thermion ‘geplunderd’ was en dat de directeur en verkoopleider zich hadden ontpopt als ‘aardzwendelaars’. Het tekort dat daardoor op de balans was ontstaan leidde tot het faillissement van het bedrijf. Nog voor het einde van het jaar bleek dat er voor beide heren ernstige financiële consequenties waren, toen hun ‘schitterende inboedels’ onder de veilinghamer kwamen.Afbeelding 5: Kwaliteitscontrole aan radiolampen in de fabriek van Thermion.
Zoals gezegd heeft Philips na de oorlog het fabrieksgebouw bijna dertig jaar gebruikt voor de productie van grondstoffen voor haar halfgeleiderindustrie, waarna een periode van ruim twintig jaar volgde met diverse gebruikers waaronder een autodealer die er zijn occasions uitstalde. Met de aankoop door de gemeente Nijmegen kwam daar in 2005 een einde aan. De stad had in 1998 haar grondgebied met Lent, dat voor die tijd tot de gemeente Elst had behoord, kunnen uitbreiden om er grootschalige nieuwbouwwijken tot stand te brengen. Dit project ‘Waalsprong’ behelsde de bouw van in totaal zeventienduizend woningen en is ondertussen grotendeels gerealiseerd. De voormalige fabriek, inmiddels op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst, kreeg haar naam terug en onderging een grondige renovatie, waarna het dienst ging doen als gezondheidscentrum voor het nieuwe stadsdeel. Het gebouw, met de naam Thermion weer op de gevel, biedt sindsdien onderdak aan onder andere een huisartsenpost, tandartspraktijk, apotheek, verloskundigencollectief en revalidatiecentrum. Herbestemming van het ketelhuis liet aanzienlijk langer op zich wachten. Het duurde tot 2018 voordat na een grondige opknapbeurt daarin een restaurant zijn deuren opende voor het publiek.Afbeelding 6: In het ketelhuis is sinds 2018 het gelijknamige restaurant gevestigd.
In onderstaand artikel is meer te lezen over de geschiedenis van Thermion en Splendor in Nijmegen.