Gorinchem

Gorinchem (1)Afbeelding 1: De suikerfabriek gezien vanaf de Arkelse Dijk, na overname door de firma Hollandia.

Bij de oprichting van de Centrale Suiker Maatschappij (CSM) in 1919 was naast de Amsterdamse Wester Suikerraffinaderij en een aantal particuliere bietsuikerfabrieken ook de NV Hollandia betrokken. Dit bedrijf, waarvan de volledige naam luidde ‘Hollandsche Fabriek van Melkproducten en Voedingsmiddelen’, was in 1881 haar productie begonnen in een voormalige margarinefabriek in Vlaardingen. Het productenpakket bestond aanvankelijk uit melk, boter en kaas, maar werd enkele jaren later uitgebreid met gecondenseerde melk voor de export en melkzuur voor de bereiding van yoghurt. Omdat bacteriële vergisting van kristalsuiker het meest efficiënte proces is om melkzuur op industriële schaal te maken besloot de onderneming na de aankoop van tal van zuivelfabrieken ook actief te worden in de suikerraffinage. Al snel bleek de capaciteit van de raffinaderij die Hollandia voor dit doel op haar thuisbasis in Vlaardingen had ingericht te klein en nam het bedrijf in 1903 een bietsuikerfabriek met raffinaderij over in Gorinchem.Gorinchem (6)Afbeelding 2: Luchtopname van suikerraffinaderij Hollandia uit de jaren twintig met de Arkelsedijk (1), Linge (2) en bedrijfshaven (3).

Het betrof de fabriek die Jäger, Ravenswaay & Co. in 1871 had laten bouwen, nadat dit bedrijf er in 1867 al één in Roosendaal had geopend. Gelegen aan de Arkelsedijk liet men de suikerbieten aanvoeren via het riviertje De Linge en de fabriek beschikte daarvoor over een eigen haventje. Dat Hollandia bereid was om fors te investeren in haar nieuwe aanwinst bleek al een jaar later toen ze bij de Zeister Machinefabriek een opdracht neer legde voor de bouw van een 100 pk stoommachine ‘van het nieuwe snelle systeem’. De leiding was decennialang in handen van de energieke directeur A.J. Wittermans, die echter niet kon voorkomen dat in 1928 de concernleiding van CSM besloot om de ruwsuikerproductie te beëindigen, ten einde overcapaciteit uit de markt te nemen. Dat de fabriek toch open bleef was te danken aan de melkzuurproductie en de opgebouwde expertise op chemisch gebied werd ingezet om ook andere verbindingen uit kristalsuiker te vormen. Een discipline die in het jargon wordt aangeduid als ‘sucrochemie’. Smaakversterkers en zoetstoffen zoals mannitol, sorbitol en glutaminezuur werden met wisselend succes kortere of langere tijd geproduceerd.

Na de oorlog had de chemische industrie de wind in de zeilen en de CSM wilde hier graag van meeprofiteren door ook op dit terrein actief te worden. Daarvoor werd zelfs het chemisch laboratorium van Amsterdam naar Gorinchem verplaatst om de mogelijkheid te onderzoeken vitamines te synthetiseren, hetgeen de opschalingsfase overigens nooit heeft bereikt. Winstgevend was de fabriek nog allerminst en daarom kwam in 1968 een fusie tot stand met de Schiedamse Melkzuurfabriek van de Handel Vereeniging Amsterdam (HVA), aangezien deze beschikte over een buitenlandse fabriek en een internationale klantenkring. Deze Chemie Combinatie Amsterdam, zoals het fusiebedrijf ging heten, was daarna wel in staat om een onderscheidend product te ontwikkelen, namelijk een kunstvezel op basis van melkzuur. Hechtdraad op basis van dit zogenaamde polymelkzuur heeft de bijzondere eigenschap dat het langzaam wordt afgebroken en opgenomen door het lichaam, waardoor verwijdering niet meer noodzakelijk is. Het businessperspectief dat dit opleverde vormde in 1982 aanleiding voor de CSM om het fusiebedrijf over te nemen en de verkooporganisatie PURAC op te zetten om dit product niet alleen in Europa, maar ook in Azië en Amerika op de markt te brengen. Nadat de fabriek vijfentwintig jaar onder deze naam geproduceerde had, wijzigde deze in 2007 nogmaals: voor de vierde maal in haar geschiedenis. In dat jaar deed CSM haar bietsuikerproductie over aan concurrent De Suikerunie en zette haar overige activiteiten als ‘Corbion’ voort. Ondertussen was het belang van polymelkzuur als biologisch afbreekbare plastic, kortweg bioplastic, vanwege de afvalproblematiek en trend naar duurzaamheid alleen maar toegenomen. In 2016 nam Corbion het besluit om met de bouw van een nieuwe fabriek de productiecapaciteit hiervan sterk uit te breiden. Niet in Gorinchem overigens, maar in Thailand.Gorinchem (5)Afbeelding 3: De monumentale suikerfabriek te midden van de moderne bedrijfsgebouwen van Corbion in 2019, met de Arkelsedijk (1), Linge (2) en de voormalige bedrijfshaven (3). 

Tijdens de transformatie tot chemische fabriek die het bedrijf gedurende de vorige eeuw onderging is een groot deel van de oorspronkelijke gebouwen wonderwel behouden gebleven. De karakteristieken van een negentiende-eeuwse suikerfabriek – bestaande uit een langgerekte voorbouw van baksteen voorzien van getoogde vensters met daarachter een ketelhuis, machinehal, kalkovens en werkplaatsen (zie o.a. reportages over Oud Gastel en Sas van Gent) – zijn er nog goed in herkenbaar. Sinds 2006 is het een beschermd rijksmonument en een recente restauratie heeft er voor gezorgd dat het in een uitstekende bouwkundige staat verkeert. Samen met de overgebleven hallen van het staalconstructiebedrijf De Vries Robbé, eveneens aan de Arkelse Dijk gelegen, vormen ze een herinnering aan de industriële verleden langs de Linge.Gorinchem (2)Afbeelding 4: De voorzijde van de oorspronkelijke fabriek lag aan de bedrijfshaven waar de suikerbieten gelost werden. Het langgerekte bouwvolume met hoge, getoogde vensters is typisch voor een bietsuikerfabriek van rond de vorige eeuwwisseling.