Eindhoven

eindhoven-2Afbeelding 1: De elektriciteitscentrale op het Philips-fabriekscomplex Strijp T kreeg in 2017 een tweede leven als ‘Innovation Powerhouse’. 

De biomassacentrale die in 2016 op het Philips-fabriekscomplex Strijp gereed kwam is binnen een eeuw tijd de vierde opwekkingseenheid die op deze locatie energie gaat leveren. Zijn voorgangers, hoewel inmiddels buiten gebruik gesteld, staan er nog alle drie. De meest recente, een gasgestookte warmtekrachtcentrale uit de jaren negentig, werd enkele jaren geleden door energiemaatschappij Essent stilgelegd vanwege de hoge aardgasprijs en afgenomen vraag naar elektriciteit. Eveneens op Strijp T bevindt zich nog steeds de centrale die in 1955 door Philips werd gebouwd om deze naoorlogse uitbreiding van Strijp S, samen met het naastgelegen R-complex, van stroom en stoom te voorzien. De stoom werd niet alleen gebruikt voor de verwarming van de vele bedrijfsgebouwen, maar ook als verhittingsbron in productieprocessen. Dat gold vooral voor de grote kartonfabriek op Strijp T waar Philips nog lang haar eigen verpakkingsmateriaal heeft gemaakt. De centrale is een typisch voorbeeld van fabrieksarchitectuur uit de wederopbouwperiode, waarin ketelhuis en turbineruimte, ofschoon nog steeds afzonderlijk herkenbaar, in één gebouw verenigd werden. Laagbouw voor de turbine en generator, hoogbouw met grote raampartijen voor de bijbehorende stoomketel en een nog hogere schoorsteen voor afvoer van de rookgassen direct daar achter. Door deze eenheden naast elkaar te plaatsen kon de centrale, indien noodzakelijk, altijd nog worden uitgebreid.Eindhoven (20)Afbeelding 2: Schematische weergave van een opwekkingseenheid uit de elektriciteits-centrale van Strijp T, bestaande uit een ketelhuis (2) met schoorsteen (1) en een hal voor de turbines en generatoren (3). 

Op Strijp T is het tot plaatsing van een tweede ketel/turbine/generator-combinatie in 1958 beperkt gebleven en beide schoorstenen zijn sindsdien behouden. Aanvankelijk verdween er per uur nog een wagonlading steenkool in de ketels, maar toen in de jaren zestig aardgas in heel het land beschikbaar kwam werd er op deze brandstof overgeschakeld. Het zag er een tijd naar uit dat Essent, ook eigenaar van deze centrale, tot sloop ervan wilde overgaan, om plaats te maken voor de eerder genoemde biomassacentrale. Op tijd brak echter het inzicht door dat dit karakteristieke gebouw het behouden waard was en na asbestverwijdering zal in 2017 onder andere het bedrijf Berlo Design er zijn intrek in nemen. Om voor de achtduizend vierkante meter kantoorruimte die, verdeeld over vier etages, wordt gecreëerd vooral ondernemingen uit de creatieve sector te interesseren, heeft de voormalige centrale als nieuwe naam ‘Innovation Powerhouse’ meegekregen. Naast pijpenbundels en bordessen zullen ook de hoge stortkokers, waardoor eens de steenkool van bovenaf in de verbrandingskamers werd gestort, als blikvanger in het interieur behouden blijven.Eindhoven (21)Afbeelding 3: In de voormalige machinekamer uit 1929 op Strijp S is tegenwoordig restaurant Radio Royaal gevestigd.

Ook haar voorganger op Strijp S, direct aan de overzijde van de Beukenlaan gelegen, heeft een nieuwe bestemming gekregen. In de voormalige machinekamer is tegenwoordig restaurant Radio Royaal gevestigd, waar de gasten plaats kunnen nemen te midden van de technische installaties, en in het daar achter gelegen ketelhuis is een zogenaamd fashion-food-lab tot stand gebracht. Beiden dateren uit 1929 en waren met name bedoeld om de grote fabrieksgebouwen die in de tweede helft van de jaren twintig op Strijp S verrezen van energie te voorzien. Naast de vier gebouwen van de radiofabrieken ging het daarbij vooral om de naastgelegen bakelietfabriek, thans beter bekend als ‘klokgebouw’. Philips produceerde hier onder merknaam ‘Philite’ de kunststof bakeliet, onder andere voor radiokasten. De verhitting van dit materiaal tot een persbare massa vroeg veel energie, dat in de vorm van oververhitte stoom vanuit de machinekamer werd aangevoerd. Om stoom, maar ook warme lucht, perslucht en water, naar alle fabrieksgebouwen te voeren, waren de Strijp-complexen voorzien van een pijpleidingennet dat boven op stalen portalen over het wegennet liep. In de herbestemmingsplannen blijft deze voorziening vanwege haar bij uitstek industriële uitstraling grotendeels behouden.  Samen met beide elektriciteitscentrales en het eveneens behouden pomp/compressorgebouw op Strijp R vormde het een de bloedsomloop van een geïntegreerd industrieel complex.Eindhoven (22)Afbeelding 4: In restaurant Radio Royaal eten de gasten tussen turbines en generatoren.

Een vijfde, voormalige, elektriciteitscentrale die zich elders in de stad bevindt is nóg kleiner en nóg kortstondiger in dienst geweest dan de vier bovengenoemde exemplaren op het fabriekscomplex van Strijp. Het gaat om de zogenaamde ‘Peelcentrale’ op het ‘NRE-terrein’. Deze afkorting staat voor Nutsbedrijven Regio Eindhoven, een NV die in 1989 ontstond en tot 2010 zorgde voor de gas-, water- en elektriciteitsvoorziening van de stad. De geschiedenis van het complex gaat echter terug tot 1899, toen de gemeente hier een gasfabriek liet bouwen ter vervanging van een voorganger in het dichtbevolkte stadscentrum. Deze nieuwe locatie was gunstig gelegen aan de kop van het Eindhovens Kanaal, waarover de benodigde steenkool per binnenvaartschip kon worden aangevoerd. Drie decennia lang produceerde men er kolengas, totdat dit vanaf 1931 via een pijpleiding werd aangevoerd vanuit de Zuid-Limburgse steenkolenmijnen en het complex de opslag en distributie hiervan ging verzorgen. Daartoe verrees een ruim tachtig meter hoge gashouder, die vanwege zijn witte verflaag met Persil-reclame als ‘De witte reus’ in de volksmond bekend kwam te staan. Na wederom ruim dertig jaar deze rol vervuld te hebben, maakte aansluiting op het landelijke aardgasnet hier begin jaren zestig een einde aan en gingen kantoren en technische werkplaatsen het terrein domineren, zoals gezegd vanaf 1989 onder de naam NRE. Sinds de sluiting in 2010 kwam er een transformatieproces op gang waarin de elf resterende gebouwen, waaronder de voormalige Peelcentrale, een nieuwe bestemming kregen op het gebied van horeca, erfgoed en creatieve bedrijvigheid.Eindhoven (23)Afbeelding 5: Luchtopname van het NRE-complex uit 1928 met de havenkom van het Eindhovens Kanaal (1), de steenkoolopslag (2), de gasfabriek met gashouders (3) en de Peelcentrale (4).

Toen de vraag naar elektriciteit begin vorige eeuw snel steeg achtte men in Eindhoven, net als in veel andere steden, het terrein van de gasfabriek de meest voor de hand liggende locatie om deze te gaan produceren. De bouw en inrichting vond plaats tussen 1909 en 1912 en verliep problematisch omdat men uit zuinigheidsoverwegingen had gekozen voor tweedehandse machines. Zo installeerde men een locomobiel in plaats van een stoommachine of turbine en waren de ketels afkomstig van het stoomschip Sommelsdijk. Deze vrachtvaarder van de Holland Amerika Lijn was in 1910 ten prooi gevallen aan een felle brand en moest daardoor worden gesloopt. Kort nadat de levering van elektriciteit van start was gegaan diende zich een volgende tegenslag aan: de oprichting van de Provinciale Noord-Brabantse Electriciteits Maatschappij (PNEM). Met een dergelijke grote speler viel niet te concurreren en in 1915 moest Maatschappij De Peelcentrale het faillissement aanvragen. De gemeente Eindhoven nam de centrale over en verbond het net ervan met dat van het energiebedrijf in het naburige Helmond, waarmee de eerste koppeling tussen twee elektriciteitscentrales in Nederland een feit was. Ook daarna bleef de naamgeving overigens enigszins vreemd, omdat geen van beide steden in de Peel ligt en de turf die daar gewonnen werd ook nooit verstookt is in de centrale. Begin deze eeuw behoorde het tot de meest vervallen gebouwen op het NRE-complex en werd met sloop bedreigd. In 2017 kon dit gevaar worden afgewend en ontstond het initiatief om er een woonhuis met atelier in onder te brengen.Eindhoven (24)Afbeelding 6: De voormalige Peelcentrale verkeert na de eerste herstelwerkzaamheden in afwachting van ombouw tot woonhuis met atelier.