
Afbeelding 1: Het voltallige personeel van de NV IJzergieterij Weert poseert bij enkele gietstukken die in opdracht van machinefabriek Grasso uit Den Bosch zijn vervaardigd.
Aansluiting op een kanaal of spoorlijn betekende in de negentiende eeuw voor veel steden ook de komst van industriële bedrijven die zich in de nabijheid van een loskade of station vestigden. In Weert lieten de fabrieken echter langer op zich wachten. Noch de Zuid-Willemsvaart (Kanaal Luik-Den Bosch, 1826), noch de IJzeren Rijn (Spoorlijn Antwerpen-Mönchengladbach, 1879) hadden veel veranderd aan het hoofdzakelijk agrarische karakter van het Limburgse stadje. Beide verbindingen liepen weliswaar via Weert, maar waren tot stand gebracht voor het internationale goederenvervoer, dat enkel passeerde, zonder dat men er van profiteerde. In die situatie leek verandering te komen, toen er rond 1900 concrete plannen ontwikkeld werden voor een spoorlijn met Eindhoven. Hoewel deze primair bedoeld was als kortere aanvoerroute van de steenkool uit de Zuid-Limburgse mijnen, werd Weert hiermee ook eindelijk aangesloten op het nationale spoorwegnet. De ingebruikstelling liet nog tot 1913 op zich wachten, maar vooruitlopend hierop openden een maalderij (Van de Venne, 1906), scheepswerf (Weerter Scheepsbouw Maatschappij, 1907) en ijzergieterij (NV IJzergieterij Weert, 1912) hun deuren. Later volgden nog een fabriek voor weegwerktuigen (Vaessen & Zn., 1923) en tricotage (Beeren & Zn., 1929) en na de Tweede Wereldoorlog kwamen er zelfs industriële multinationals als Bosch (verpakkingsmachines, 1950), Philips (gloeilampen, 1960) en Hoechst (houtlaminaat, 1967) met een vestiging. Die bedrijvige bloeiperiode heeft maar kort geduurd en is inmiddels al weer decennia voorbij. Bovendien hielden sommige van deze ondernemingen het ook maar kort vol, zoals de NV IJzergieterij Weert, waar de smeltoven al in 1929 doofde. Dankzij uiteenlopende bestemmingen (o.a. strohulzenproductie) bleef het bedrijfspand echter behouden en sinds 2018 biedt het onderdak aan de Weerter Stadsbrouwerij die er naast een minibrouwerij ook een proeflokaal heeft.

Afbeelding 2: Naast de naam van de stadsbrouwerij (‘De Brouwschuur’) prijkt ook die van de oorspronkelijke ijzergieterij nog steeds op de gevel van het fabriekspand.
De initiatiefnemers van de ijzergieterij die in 1910 hun plannen bekend maakten hadden uiteenlopende achtergronden en waren allen afkomstig uit Weert en omgeving. Het betrof de industriëlen Lucien Dor, directeur van de zinkfabriek in het naburige Budel, en Frans Driessen, directeur van de Weerter Scheepsbouwmaatschappij, maar ook een plaatselijke aannemer, juwelier, apotheker en huisarts. Mogelijk dat zij geïnspireerd waren door het succes van deze sector in het Limburgse Tegelen, die op het hoogtepunt acht ijzergieterijen telde en waarvan ‘De Globe’ de grootste was. Ze kochten een lap grond langs het spooremplacement nabij de Boshoverbeek, tegenwoordig de Parallelweg, en lieten daar een fabrieksgebouw optrekken. De dagelijkse leiding kwam in handen van Hubert van Wegberg, medeoprichter van de onderneming en zoon van een machinefabrikant uit Beegden, alwaar hij ook het vak van ijzergieter had geleerd. De eerste jaren verliepen voorspoedig en de gieterij onderging diverse uitbreidingen, waardoor het personeelsbestand in 1920 al tot negentig werknemers was opgelopen. Het waren hoofdzakelijk leidingbuizen en afsluiters die er gegoten werden, incidenteel afgewisseld door grotere gietopdrachten voor machinebouwers. Een omvangrijke order voor de gemeente Rotterdam, binnengehaald door de in 1921 aangetreden nieuwe directeur Arent van Aarst, leverde nog veel werk op. Daarna brak echter een periode van neergang aan waarin ook een derde directeur, ir. Tiddo Siertsema, het tij niet wist te keren. Toen eind 1929 het faillissement moest worden aangevraagd, verloren vijftig werknemers hun baan. Ook een poging van een tweetal plaatselijke ondernemers om de zaak nieuw leven in te blazen liep schipbreuk en het duurde tot 1955 vooraleer er opnieuw een gieterij in Weert actief werd. In dat jaar verplaatste Nering-Bögel zijn gieterij vanuit Deventer naar Weert en hier worden tot op de dag van vandaag putdeksels, kolken, leidingen en roosters geproduceerd. Vrijwel hetzelfde assortiment dus als dat van de NV IJzergieterij Weert en ook Nering-Bögel was voor de oorlog (1932) trouwens door een faillissement getroffen.

Afbeelding 3: De brouwketels en gistkuipen van stadsbrouwerij.