Delft

Delft (7)Afbeelding 1: In het Agnetapark biedt het voormalige ontspanningsgebouw onder de naam ‘Lindenhof’ nog altijd ruimte aan feesten, vergaderingen en presentaties.

Toen Jacob Cornelis (J.C.) van Marken, oprichter van de Nederlandsche Gist & Spiritus Fabrieken, in 1882 opdracht gaf tot de bouw van een complex van achtenzeventig woningen in een landelijke omgeving was hij daarmee een pionier, nationaal maar ook internationaal. Het fenomeen fabrieksnederzetting bestond in het buitenland al veel langer, maar nieuw was dat hij een landschapsarchitect – Louis Paul Zocher – aantrok om een parkachtige omgeving te ontwerpen voor zijn fabrieksdorp. Het zou daarna nog twee decennia duren voordat er in Nederland meer van dit soort tuindorpen werden gebouwd, eerst door ondernemers en later door woningbouwverenigingen. Ondertussen had het concept over de grens wel navolging gekregen, mede dankzij een presentatie van het Delftse arbeidersdorp op de wereldtentoonstelling van Londen in 1884. Zo kwam de Engelse zeepproducent William Hesketh Lever er mee in aanraking en het dorp ‘Port Sunlight’ dat hij vanaf 1890 naast zijn fabriek liet bouwen staat nog altijd model voor de tuinstadgedachte. Dat het bovendien een Engelsman, Ebenezer Howard, was die het idee van de ideale ‘garden city’ in boekvorm publiceerde en hiervan in dit land ook al snel andere aansprekende voorbeelden gebouwd werden, zoals Bourneville door chocoladeproducent Cadburry en Bromborough Poll door kaarsenfabrikant James Wilson, zal ertoe bijgedragen hebben dat het Agnetapark in Delft onbekend is bij het buitenlands publiek. Aan de andere kant gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat de Nederlandse architecten hun inspiratie ook weer elders opdeden. De parken van Zocher vonden hun oorsprong in de Engelse landschapsstijl van de achttiende eeuw. Architect Eugen Heinrich Gugel hanteerde voor de arbeidershuisjes het ‘carré mulhousien’: vier woningen in een vierkant onder één kap zoals architect Émile Müller voor het eerst toepaste in een cité ouvrière van de Franse stad Mulhouse. Het industrieel erfgoed van de drie chemische fabrieken die J.C. van Marken in Delft tot stand bracht krijgt in die rubriek aandacht. Deze reportage zal ingaan op de geschiedenis van het Agnetapark en de beweegredenen van haar stichter.Delft (8)Afbeelding 2: Beambtenwoningen (links) en arbeiderswoningen (rechts), vier onder één dak zoals in een ‘carré mulhousien’. Op de voorgrond herinneren bustes aan oprichter J.C. van Marken en zijn echtgenote.

Net als de Gist- en Spiritusfabriek lag het tuindorp destijds aan de rand van Delft, maar dan aan de westzijde van de spoorlijn Rotterdam-Den Haag. Het draagt de naam van Van Markens echtgenote, Agneta Wilhelmina Johanna Matthes, die door het planten van de eerste boom op 8 april 1882 het startsein gaf voor de aanleg. De woningen werden gebouwd langs drie straten rond een grote vijver: de Zocherweg, Frederik Matthesstraat en Pasteurstraat. Ze zijn genoemd naar respectievelijk de tuinarchitect van het park, de schoonvader van Van Marken en de wetenschapper die de basis legde voor de biochemie, het vakgebied dat een grote rol speelde in de gistproductie. Naast woningen omvatte het dorpje ook twee winkels, een school, een ontspanningsgebouw (‘De Tent’) en de villa van J.C. van Marken, die centraal gelegen was en ‘Rust Roest’ heette.  Wat architectuur betreft was gekozen voor een combinatie van de Engelse cottagestijl met een vleugje Neorenaissance, een stroming die eind negentiende eeuw erg populair was in ons land. De woningen bestonden uit een benedenverdieping en zolder met dakkapellen en waren voorzien van tuintjes.

Delft (x+1)Afbeelding 3: Luchtopname van de Nederlandse Gist- en Spiritusfabrieken, waarop linksonder het Agnetapark zichtbaar is.

Kenmerkend voor Van Marken’s sociale ideeën was dat de huizen het eigendom waren van de Vereeniging voor Gemeenschappelijk Eigendom. De bewoners zouden een deel van de winst uit de exploitatie op de huizen en de winkels uitgekeerd krijgen in spaaraandelen. Deze opzet slaagde niet: er was veel verloop en de blijvers verkochten hun aandelen zodat de fabriek uiteindelijke de feitelijke eigenaar werd. De lege woningen werden na verloop van tijd aan buitenstaanders verhuurd. Ook het feit dat  J.C. van Marken zelf in het dorp woonde bezorgde veel bewoners een ongemakkelijk gevoel. Hoewel het Agnetapark uit oogpunt van volkshuisvesting en stedenbouw een doorbraak betekende, werd het als woonwijk geen succes omdat het hechte sociale leven dat Van Marken oorspronkelijk voor ogen had nooit tot stand kwam. Verdere uitbreiding van het project liet daarom ook lang op zich wachten en toen het in 1925 uiteindelijk zover was week het ‘Nieuwe Agnetapark’ in opzet duidelijk af. Wederom was er een centrale vijver, maar dit keer in de vorm van een rechthoek en zonder park. Ook het omliggende stratenpatroon kreeg een geometrisch karakter. Als een van de belangrijke vertegenwoordigers van de Amsterdamse School hanteerde architect Jan Gratama deze bouwstijl ook voor deze opdracht.Delft (10)Afbeelding 4: Oorspronkelijk plan van het Agnetapark met Villa ‘Rust Roest’ (1), ontspanningsruimte ‘De Tent’ (2), schoolgebouw ‘De Gemeenschap’ (3), de drukkerij (4) en de spoorlijn Rotterdam-Den Haag (5).

Wat straatnamen betreft borduurde men voort op het idee van Van Marken om hiermee mensen te eren die direct of indirect hadden bijgedragen aan het succes van zijn onderneming. De villa ‘Rust Roest’ deed vanaf 1929 dienst als huishoudschool en werd in 1980 afgebroken. Het besef dat het onderdeel uitmaakte van een uniek ensemble drong helaas pas enige tijd later door bij de bestuurders, hetgeen in 1989 resulteerde in de plaatsing van het volledige Agnetapark op de Rijksmonumentenlijst. In 2011 volgde de erkenning als beschermd stadsgezicht. Het Agnetapark is tegenwoordig een geliefde woonwijk, waarin ook de voormalige gemeenschappelijke voorzieningen een nieuwe bestemming hebben gekregen. De houten ontspanningsruimte ‘De Tent’ maakte in 1914 plaats voor een stenen gebouw naar ontwerp van Henri Evers met luifels, serres en een ronde traptoren, bekroond met een koepel. Onder de naam ‘Lindenhof’ is het nog altijd een gelegenheid voor feesten, vergaderingen en presentaties. Schoolgebouw ‘De Gemeenschap’ uit 1892 is tegenwoordig in gebruik als kantoorruimte, de drukkerij uit 1890 als bedrijfsverzamelgebouw.Delft (11)Afbeelding 5: Het Agnetapark onderging in 1925 een uitbreiding die door architect Jan Gratama werd ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School.

Al voor zijn ondernemerschap schreef J.C. van Marken geschiedenis door aan de Polytechnische School, de tegenwoordige TU Delft, in 1867 af te studeren als eerste scheikundig ingenieur in Nederland. Twee jaar later begon hij in deze stad op industriële schaal gist te produceren, nadat hij de daarvoor benodigde kennis had opgedaan in een Oostenrijkse fabriek. Daar was hij geschrokken van het wantrouwen tussen directie en arbeiders en pleitte daarom voor de noodzaak van ‘sociaal ingenieurs’ die tot taak hebben het levensgeluk van de arbeiders te verhogen en er voor moeten zorgen dat ze hun lot in eigen hand kunnen nemen. Als eerste in Nederland voerde hij binnen zijn Gist- en Spiritusfabriek een ondernemingsraad en pensioenregeling in. Door middel van een personeelsblad stimuleerde hij de band tussen arbeiders en onderneming. Om hun ‘dagelijks brood’ ook bij onverwachte gebeurtenissen te garanderen regelde hij een ongevallenverzekering en ziekenfonds. Zo wilde hij zijn werknemers letterlijk van de wieg tot het graf verzorgen. In zijn dagelijkse gang naar de fabriek werd hij vergezeld door zijn vrouw Agneta over wie hij schreef: “Het gaat ons best. Ons leventje gaat kalm, maar niet werkeloos voorbij. Zondags gaan wij de gezinnen der werklieden bezoeken. Mijn vrouwtje kent ze allen en stemt geheel in met mijn plannen omtrent de morele en materiële ontwikkeling van mijn personeel.” Ze leerde hem kennen tijdens zijn studietijd en toen bleek dat hun huwelijk kinderloos zou blijven besloot ze haar leven te wijden aan zijn onderneming en idealen. Ze werd zwaar op de proef gesteld toen ze ontdekte dat haar man er een buitenechtelijke relatie op na hield. Niettemin ontfermde zij zich over de drie kinderen die hier uit voortkwamen nadat hun moeder overleden was. Zelf overleed J.C. van Marken in 1906, Agneta drie jaar later.

Afbeelding 6: Bewoners van het Agnetapark poseren voor de foto, die omstreeks de eeuwwisseling moet zijn genomen en later werd ingekleurd.