Tilburg

Tilburg (7)Afbeelding 1: Ter herinnering aan haar oorspronkelijke functie is deze na ombouw tot appartementencomplex op de gevel aangebracht.

De herbestemming van oude fabrieken is de afgelopen decennia een vertrouwd fenomeen geworden, getuige de vele reportages op deze website. Soms zijn fabrieken zelfs al in hun derde levensfase. Maar exemplaren die daarna nog een keer de kans krijgen om hun bestaan in een nieuwe functie te verlengen vormen een absolute zeldzaamheid. De voormalige ijzergieterij van Van Dun in Tilburg is daar een voorbeeld van, maar dit gebouw is er dan ook al vroeg mee begonnen om zich voor nieuwe bestemmingen te lenen. Reeds na twintig jaar doofde er het vuur en onderging het een verbouwing tot……….Rooms Katholieke Kerk! Dit sacrale bestaan duurde bijna dubbel zo lang, maar kwam uiteindelijk ook ten einde. Nog niet door de ontkerkelijking, maar omdat er een gloednieuwe vervanger werd gebouwd. Jezus mocht dan de kooplieden uit de tempel verjaagd hebben, in Tilburg kwamen ze terug toen de oude gieterij een koopjeshal en later supermarkt werd. Onlangs onderging het een vierde metamorfose, dit keer tot appartementencomplex. De Piushaven, waaraan de gieterij gelegen is, ondergaat namelijk een transformatie tot woon- en uitgaansgebied en met een nieuw, groot, winkelcentrum in de nabij gelegen wollendekenfabriek van Aabe (zie desbetreffende reportage) had de koopjeshal sowieso geen toekomst meer. De gieterij heeft overigens nooit van deze binnenvaartverbinding kunnen profiteren, want de opening van de haven in 1923 kwam te laat voor de onderneming. Omdat de bedrijvigheid die daarna langs de kaden neerstreek nog enkele sporen heeft nagelaten, is dit reden om hier in deze bijdrage ook enige aandacht aan te besteden.Tilburg (8)Afbeelding 2: Het gevarieerde productenpakket van ijzergieterij Van Dun kon niet voorkomen dat haar bestaan slechts van korte duur was.

Niet alleen hebben de gieterij-activiteiten slechts twintig jaar geduurd, het waren in die korte periode ook nog eens twee verschillende bedrijven. Het was Jerôme van Dun die het pand in 1900 liet bouwen als ijzer-, koper- en metaalgieterij, maar gedurende de laatste zeven jaar was het Jos van Zantbeek die er zich bezig hield met verzinken. Zoals vaak in de beginfase van de metaalindustrie was ook Van Dun zoon van een smid die mogelijkheden zag om in deze sector fabrieksondernemer te worden. De economische ontwikkeling van Tilburg was in die jaren stormachtig, vooral dankzij de textielindustrie. Van Dun zal richtte zich, afgaande op een briefhoofd uit 1906, op deze branche door zijn expertise op het gebied van ‘Hartguss Walzen’ onder de aandacht te brengen, die onder andere toepassing vonden in de nabehandeling van textiel met kalanders. Textielmachinebouw is in Nederland nooit van de grond gekomen en het is dan ook geen verrassing dat hij verder zijn diensten aanbood aan andere sectoren zoals steenfabrieken en scheepswerven. De vervaardiging van pianoramen maakt het productenpakket dan wel weer heel divers, maar is goed verklaarbaar in de wetenschap dat Tilburg met de firma Kessels een gerenommeerde muziekinstrumentenfabriek binnen haar gemeentegrenzen had. Ook de Centrale Werkplaats van de spoorwegen, kortweg Spoorwegatelier genoemd, plaatse orders, maar dat kon niet voorkomen dat Van Dun zich genoodzaakt zag om zijn onderneming in 1907 op te heffen.

De verzinkerij van Van Zantbeek heeft het, zoals gezegd, eveneens slechts zeven jaar volgehouden en in die tijd onder andere luchtleidingen voor De Staatsmijnen gegalvaniseerd. Door de toestroom van arbeiders naar Tilburg was er voor de rooms katholieke kerk én fabrikanten veel aan gelegen om de geestelijke zorg op peil te brengen ten einde rust en goede zeden te bewaren. Mogelijk dat de ook de basilicale bouwstijl van de gieterij (hoge middenbeuk, geflankeerd door twee lage zijbeuken) er toe bijgedragen heeft dat het idee ontstond om er een noodkerk in te vestigen. Het feit dat de architect die in 1900 het oorspronkelijke ontwerp leverde, Jos Donders, ook de ombouw tot kerk tekende, versterkt dit vermoeden. De kerk vormde samen met een nieuw gebouwde pastorie (tegenwoordig horecagelegenheid) het hart van de nieuwe parochie Onze Lieve Vrouwe van Lourdes en vervulde die rol tot 1965. Toen betrok men even verderop een volledig nieuw kerkgebouw in moderne architectuur met losstaande klokkentoren. Deze heeft het minder lang volgehouden dan haar ‘provisorische’ voorganger, want in 1998 werd dit godshuis aan de eredienst onttrokken. Nadat het in 2007 door een brand verwoest werd, resteert enkel nog de toren die vanaf de Piushaven gezien net boven de gieterij uit steekt. Nadat supermarktketen Jumbo in 2011 uit de voormalige gieterij vertrokken was ontstonden er plannen om er in het kader van de revitalisatie van de Piushaven een woonbestemming aan te geven. Deze werden gerealiseerd met de oplevering van achttien zogenaamde havenlofts en twee commerciële studio’s in 2016.Tilburg (9)Afbeelding 3: Zicht op de Piushaven in noordoostelijke richting, met op de voorgrond de zuidelijke loskade, in het havenbekken de middenpier, daarachter de noordelijke kade met o.a. een fabriek van Verkade en tenslotte in de verte de schoorstenen van enkele textielfabrieken.

Het eerste plan voor een kanaal naar Tilburg dateert van 1794, maar het duurde uiteindelijk tot 1910 vooraleer de werkzaamheden aanvingen. De stad was toen al een halve eeuw per spoor uitstekend bereikbaar en had zelfs een verbinding met België voor de aanvoer van steenkool naar de textielfabrieken. Niettemin waren de economische verwachtingen hooggespannen, al duurde de voltooiing door tussenkomst van WOI nog eens tien jaar. Toen was de binnenvaartverbinding gereed die de Amer bij Geertruidenberg verbond met de Zuid-Willemsvaart bij Aarle Rixtel en naar de toenmalige koningin Wilhelmina genoemd werd. Vanzelfsprekend moest Tilburg een binnenhaven krijgen, die ten zuiden van het stadscentrum in het buurtschap Broekhoven werd aangelegd. Dat was overigens meer ingegeven door de beschikbare ruimte dan de gunstige ligging, aangezien veel industrie zich in het noorden van de stad bevond. Daar liep het Wilhelminakanaal in een grote boog omheen en waren nog vóór de opening van de haven in 1923 kades aangelegd om schepen te lossen. Het duurde dan ook enige jaren voordat de haven, die ondertussen naar de populaire paus Pius IX vernoemd was, tot ontwikkeling kwam. Vooral het bulkvervoer van voedsel, brandstoffen en bouwmaterialen bracht de Piushaven tot zekere bloei. Het trok transportondernemingen in het wegvervoer aan die er zich vestigden, aangezien een spoorverbinding ontbrak. Beurtvaartondernemingen onderhielden diensten met diverse havensteden, aanvankelijk met stoom- maar later ook met motorschepen.

De havenactiviteiten bereikten hun hoogtepunt in de jaren vijftig toen er ruim twintig bedrijven gevestigd waren en er jaarlijks zo’n driehonderd schepen hun lading losten. Daarna ging het echter snel bergafwaarts. Ook de moderne industrieterreinen kwamen in het noorden van de stad te liggen en nadat daar begin jaren zestig een insteekhaven gegraven was, begonnen bedrijven hun activiteiten uit de Piushaven daarheen te verplaatsen. De laatste onderneming vertrok in 1994, maar tien jaar eerder was al een klein gedeelte van de Piushaven gedempt om er een flatgebouw neer te zetten. Even was er zelfs sprake dat de volledige haven zou worden opgeofferd voor de aanleg van een verkeersader. Protest van omwonenden, die vreesden voor geluidsoverlast, voorkwam dit en vanaf eind jaren negentig zette de gemeente Tilburg in op herontwikkeling van het havenkwartier tot woon- en uitgaansgebied rondom een jachthaven. Van de oorspronkelijke haveninfrastructuur zijn het verbindingskanaal met draaibrug en brugwachterswoning nabij de oude ijzergieterij behouden gebleven. De haventoegang kreeg in 2013 een nieuw ophaalbrug met de toepasselijke naam ‘Den Ophef’. Van de voormalige bedrijfsgebouwen langs de kades is met name de meelfabriek A.C. van Loon NV uit 1935 een blikvanger. Fabriek, magazijn, kantoor, woonhuis en stallen werden als één geheel in de stijl van de Amsterdamse School opgetrokken. Sinds 2003 heeft het complex de status van rijksmonument en biedt het onderdak aan kantoren, een kinderdagverblijf en een restaurant. Even verderop is in de regenkledingfabriek ‘Brabant’ uit 1933 na verbouwing een nieuw winkel- en horecaconcept gelanceerd met de naam ‘Falcon’.