Afbeelding 1: Nadat er in de Shipstones Star Brewery te Nottingham Basford bijna anderhalve eeuw bier gebrouwen is, doet het complex al weer geruime tijd dienst als kantoorlocatie.
Zoals op zoveel gebieden bestaat er ook wat biertraditie betreft een duidelijk onderscheid tussen het Verenigd Koninkrijk en Continentaal Europa. Terwijl vanaf eind negentiende eeuw bij ons de laag-gistende Beiers- en Pilsener bieren de hoog-gistende brouwsels begonnen te verdringen, bleven de Britten vasthouden aan hun Ale: een bier van hoge gisting dat zijn donkerbruine kleur dankt aan de toevoeging van geroosterde gerst. Dat betekende niet dat de industrialisatie van het bierbrouwproces, die op het vasteland met de introductie van de nieuwe bieren gepaard ging, destijds aan het VK voorbij is gegaan. Ook daar verrezen tezelfdertijd de karakteristiek brouwtorens, voorzien van koperen ketels (‘coppers’) met stoomverwarming, keldergebouwen en bottelarijen, die waren ontworpen door gespecialiseerde architectenbureaus.
Echter, reeds een eeuw eerder waren er al brouwers tot mechanisatie overgegaan, maar deze ontwikkeling had zich toen beperkt tot London en enkele havensteden. Daar was men het zogenaamde Porterbier gaan brouwen, dat dankzij een hoog hopgehalte lang houdbaar was en daardoor geschikt voor export. Voor het eerst vond de rijping van het bier plaats in de brouwerij, waarvoor gigantisch grote vaten werden gemaakt met een inhoud van vele duizenden liters. In 1814 leidde de breuk van een zeven meter hoog portervat in de Horse Shoe Brewery zelfs tot een vloedgolf van gistend bier die aan acht mensen het leven kostte en sindsdien bekend staat als de ‘London Beer Flood’. De ‘Brewhouses’ namen navenant in afmetingen toe en werden voorzien van stoommachines voor het aandrijven van pompen, roerwerken en hijsinstallaties. Door ruimtegebrek bestond er vaak geen mogelijkheid om volledig nieuwe complexen neer te zetten en daarom werden naastgelegen panden aangekocht en verbouwd, verdiepingen toegevoegd en zelfs extra keldergewelven aangelegd. Bekende brouwerijen die in deze tijd een stormachtige groei doormaakten waren die van Barclay, Perkins & Co., Anchor, Southwark, maar vooral Samuel Whitbread. De zeer innovatieve brouwerij van laatstgenoemde werd een ware toeristische attractie, die in 1787 zelfs door Koning George III werd bezocht. Hoewel er in London enkele fraaie exemplaren behouden zijn gebleven, waaronder de grote Guinness Park Royal Brewery, gaan we voor deze reportage naar Nottingham, dat met drie voormalige brouwerijen ook bepaald niet slecht bedeeld is.
Afbeelding 2: Het brouwhuis van de Shipstones Star Brewery, begin vorige eeuw.
Door de eeuwen heen telde het graafschap Nottinghamshire relatief veel brouwerijen die bekend stonden om hun goede bierkwaliteit. Het water van de rivier de Trent speelde hierbij een belangrijke rol, zowel voor de productbereiding zelf als voor het transport naar de afnemers. Gerst was rijkelijk voorhanden in de ‘Vale of Belvoir’, een gebied dat zich vanuit Nottinghamshire uitstrekte over de aangrenzende graafschappen Lincolnshire en Leicestershire. De vroegste vermelding over het brouwen van bier in de archiefbronnen dateert uit 1395 en heeft betrekking op een gerechtelijke uitspraak naar aanleiding van klachten over de ale. In de zestiende- en zeventiende eeuw maakte deze nijverheidssector een bloeiperiode door dankzij het gebruik van hop als smaakversterker en conserveringsmiddel. Het was toen overigens nog verboden om dit aan ale toe te voegen en de hop-houdende brouwsels mochten enkel als ‘beer’ verkocht worden. Bier met een alcoholgehalte lager dan drie procent stond bekend als ‘small beer’ en viel onder een lager accijnstarief (‘sixpence i.p.v. two shillings a barrel’). Daarom was het populair bij het werkvolk, dat het consumeerde vanwege zijn voedingswaarde en het feit dat het om gezondheidsredenen betrouwbaarder was dan drinkwater. Tijdens de industrialisatie nam dit werkvolk alleen maar in omvang toe en in Nottingham betrof dat vooral textielarbeiders, meer in het bijzonder kantwerkers. De stad was vermaard om zijn kant (‘lace’), waar de wijk ‘Lace Market’ nog altijd aan herinnert. De naam verwijst naar de magazijnen en kantoren die hier gevestigd waren en niet in de letterlijke zin naar een marktplaats waar kantartikelen verhandeld werden. De gebouwen zijn hoofdzakelijk opgetrokken in Victoriaanse Stijl en het was ook in die periode dat de sector zijn hoogtepunt beleefde met zo’n vijfentwintigduizend werknemers, maar toch vooral werkneemsters.
Aan de voet van Nottingham Castle, dat onlosmakelijk verbonden is met de volksheld Robin Hood, bevindt zich ‘Brewhouse Yard’, waar in de middeleeuwen het brouwhuis en de bierkelder van de kasteelheer lagen. Zoals gebruikelijk waren het destijds vooral herbergiers die bier brouwden om in hun eigen gelagkamer aan de gasten te verkopen en de stad Nottingham vormde daar geen uitzondering op. Eind achttiende eeuw waren er slechts drie brouwerijen – in Goose Gate, Poplar Place en Leen Bridge – die hun bier als groothandel verkochten, maar nog altijd bescheiden van omvang waren. James Shipstone was de eerste ondernemer die op industriële schaal bier ging brouwen. Aanvankelijk was hij nog actief in het tien kilometer verderop gelegen Beeston op het terrein van de grote mouterij aldaar. Deze plaats was verkeerstechnisch gezien gunstig gelegen aan de doorgaande Midland Railway Line en heeft sindsdien veel bedrijvigheid aangetrokken. Shipstone daarentegen besloot in 1852 zijn brouwerij toch dichter bij de stad te laten bouwen en streek neer in Basford, dat in 1877 tot Nottingham ging behoren. Binnen enkele decennia groeide zijn bedrijf daar uit tot een complex van zeven hectaren, waarvan de brouwtoren het hart vormde. De rode ster waarmee die bekroond was verleende het bedrijf de naam ‘Shipstones Star Brewery’. In 1880 traden zijn zonen James en Thomas toe tot onderneming, waarvan de naam vanaf toen James Shipstone & Sons Ltd ging luiden. Zijn huidige gedaante kreeg de brouwerij rond 1900, toen William Bradford opdracht kreeg om het complex te moderniseren. Deze architect was een specialist op het gebied van industriële brouwerijen en leverde tussen 1879 en 1905 ontwerpen voor maar liefst zeventig projecten, bestaande uit zowel nieuwbouw als uitbreidingen.Afbeelding 3: Luchtopname van de Shipstones Star Brewery, na de modernisering volgens het ontwerp van brouwerijarchitect William Bradford.
In 1899, twee jaar na het overlijden van James Sr, deden James J. en Thomas hun eerste overname: de Carrington Brewery in de Jenner Street. Voor het transport van de bierfusten naar de klanten werden, net als toen nog overal, sleperswagens (‘drays’) ingezet. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontkwamen ook deze paarden niet aan de frontdienst, waarvan er slechts weinig terugkeerden. Veel brouwerijen schakelden nadien daarom over op gemotoriseerd vervoer. Shipstones & Sons handhaafde het vervoersmiddel echter tot begin jaren zestig en had daarvoor nog dertig ‘Heavy Shires’ op stal staan. De door paarden getrokken bierkarren stonden toen bij het grote publiek inmiddels bekend als ‘Shippo drays’. James Jr. stierf in 1922, waarna zijn beide zonen de zaken met hun oom Thomas voort zetten. Datzelfde jaar nog namen zij de Beeston Brewery Company over. Deze brouwerij was ontstaan in 1880 naast dezelfde mouterij als waar James Sr zijn geluk in eerste instantie beproefd had. Het was hier dat voor het eerst in Engeland het pneumatisch moutproces was toegepast, waarbij de gerstkorrels doormiddel van een luchtstroom worden gekoeld om het kiemproces te versnellen. Dit was voor Shipstones & Sons het waardevolle deel van het bedrijf en daarom werd in 1924 het complex als geheel tot mouterij omgebouwd. Als dusdanig is het tot 2000 dienst blijven doen, waarna sloop in 2012 volgde. In 1926 kwam ook de brouwerij van George Hooley, gevestigd in de Grant Street te Nottingham, in handen van Shipstone & Sons, om kort daarna gesloten te worden. Dit paste in de concentratiegolf die zich in de jaren twintig binnen de sector, zowel in het VK als daarbuiten, voltrok en waarbij kleine- door grote brouwerijen werden opgekocht, enkel en alleen vanwege het bijbehorende klantenbestand. Zo waren kort voor de Tweede Wereldoorlog inmiddels vijfhonderdvijftig drinkgelegenheden aan Shipstone & Sons verbonden. In 1978 viel het bedrijf zelf ten prooi aan overname door Greenall Whitley & Co. Ltd uit Warrington, dat naast Shipstones ook de biermerken Davenports en Wem ging produceren in de Star Brewery. In 1990 viel het doek voor de brouwerij en tien jaar later sneuvelde ook het biermerk, dat overigens van 1987 tot 1994 nog als shirtreclame door Nottingham Forrest F.C. gevoerd was. Onder de naam ‘James Shipstone House’ is de brouwerij, die de monumentenstatus geniet, tegenwoordig in gebruik als business center.Afbeelding 4: James Shipstone & Sons bleef tot in de jaren zestig bier leveren met behulp van paard en wagen, waardoor dit uitgroeide tot haar handelsmerk.
Als held van Nottinghamshire lag het uiteraard voor de hand dat Robin Hood als bierlogo benut zou worden en het was John Robinson die zijn ale vanaf 1875 onder die merknaam op de markt bracht. Zijn brouwerij aan de Oxclose Lane, in het nabij Nottingham gelegen Daybrook, kwam bekend te staan als ‘Home Brewery’ vanwege de eeuwenoude boerderij van de familie Robinson waar ze uit voort was gekomen: Bestwood Home Farm. De familieonderneming wist tot 1986 zelfstandig te blijven en haar vaste klantenbestand uit te bouwen tot vierhonderdvijftig pubs. Na overname door Scottish & Newcastle bleef de Home Brewery nog tot 1996 operationeel en biedt sindsdien onder de naam ‘Sir John Robinson House’ onderdak aan enkele diensten van de Nottinghamshire County Council. Voor deze nieuwe bestemming werd de tekst van het verlichte logo op de gevel veranderd van ‘Home of the Best Ales’ in ‘Home of the Best n’, waarbij de letter ‘n’ symbool staat voor Nottinghamshire. Het huidige complex dateert uit 1936 en werd ontworpen door Thomas Cecil Howitt. Blikvanger is het fries op de voorgevel van de hand van Charles Doman, dat bestaat uit drie allegorische voorstellingen waarin putti de biertraditie verbeelden: Een brouwhuis, een kuiperij en een drinkgelag. Samen met het decoratieve smeedijzerwerk van de toegangspoort geven ze het gebouw een uitstraling die ertoe bijdroeg dat het een plaats op de monumentenlijst kreeg.Afbeelding 5: Deze foto van de voormalige Home Brewery werd genomen op het moment dat het logo op de brouwtoren werd aangepast voor haar nieuwe gebruiker, de Nottinghamshire County Council.
In Nottingham Basford, niet ver verwijderd van de Shipstones Star Brewery, staat de ‘Prince of Wales Brewery’, waarvan de gebouwen eveneens door William Bradford ontworpen zijn. William Henry Hutchinson was in 1869 begonnen met bierbrouwen in de Churchstreet en liet het nieuwe complex in 1891 bouwen aan de Alpine Street. Vijfentwintig jaar later al werd de brouwerij overgenomen door de Home Brewery en direct gesloten. Dankzij Albert John Murphy kreeg het complex in 1921 een tweede leven en zijn onderneming is er vandaag de dag nog altijd in gevestigd. Deze biochemicus was zich begin vorige eeuw gaan toeleggen op de ontwikkeling van benodigdheden voor het bierbrouwproces. Hij was een pionier op het gebied van waterbehandeling met chemicaliën ten einde de kwaliteit te optimaliseren voor de diverse biervariëteiten. Daarnaast stond hij aan de basis van zogenaamde ‘copper finings’ waarmee de klaring van het brouwsel (fining) in de ketel (copper) tot stand kon worden gebracht. Murphy ontdekte namelijk dat zeewierextract zeer effectief was om de wort te zuiveren van ronddrijvende vaste bestanddelen, alvorens tot koken over te gaan. Tegenwoordig worden hier overigens silicagels voor ingezet. Later werd het assortiment verder uitgebreid met enzymen, detergenten, antischuimmiddelen, maar ook hopvariëteiten en gistcelstammen. Het brouwerijgebouw kreeg in 1986 de monumentenstatus en het is vooral de hexagonale schoorsteen die het bijzonder maakt.Afbeelding 6: De Prince of Wales Brewery was slechts vijfentwintig jaar als dusdanig in gebruik. Murphy & Son Ltd, toeleverancier van de brouwerijsector, is er ondertussen al een eeuw lang in gevestigd.