Afbeelding 1: Het persluchtgebouw vormde het hart van een buisleidingnet dat zich boven op stalen portalen over het hele complex uitstrekte. Nu zijn er woningen in ondergebracht.
Begin 2006 kwam met het faillissement van de joint venture LG.Philips-Displays een einde aan een halve eeuw beeldbuisontwikkeling op het complex Strijp R in Eindhoven, een deelgebied van het indrukwekkende historische industrieterrein dat iedere treinreiziger ziet die vanuit het noorden de stad binnenkomt. De productie van beeldbuizen had Philips er al in de jaren tachtig stopgezet. Hoewel er ook andere Philips-onderdelen op dit complex waren gevestigd, werd het altijd sterk gedomineerd door de ontwikkeling en productie van beeldbuizen. Toen deze in hoog tempo verdrongen werden door flatscreens, die Philips in het Verre Oosten liet maken, verloren de gebouwen hun functie en maakten plaats voor een woonwijk. De bouw hiervan voltrok zich tussen 2012 en 2022, waarbij nieuwe straatnamen als conusstraat, persglashof en beeldbuisring verwijzen naar het product dat hier eens gefabriceerd werd. Daarnaast bleven ook een aantal objecten als industrieel erfgoed behouden.Afbeelding 2: Strijp-R gezien vanaf Strijp-T in noordwestelijke richting.
Weliswaar had Philips door de economische crisis van de jaren ‘30 geen behoefte aan nieuwe fabrieken, toch werden er al plannen gemaakt om het complex van Strijp uit te breiden in noordelijke richting. Daarbij werd er vanuit gegaan dat dit gebied in tweeën gedeeld zou worden door de Oirschotsedijk (nu Zwaanstraat) in westelijke richting te verleggen. In deze planvorming werd het te realiseren complex ten oosten van deze toekomstige weg aangeduid als Strijp II en dat aan de westkant als Strijp III. Na de oorlog veranderde dit in T en R en kreeg het bestaande Strijp-complex de aanduiding S. De begrenzing van complex R werd in het noordwesten gevormd door het landgoed De Wielewaal van de familie Philips en in het zuidwesten en zuidoosten door de fabriekswijk Drents Dorp. De eerste fabriek op complex R werd in 1946 langs de zuidoostrand gebouwd, kreeg de aanduiding RK mee en was bestemd voor de productie van magnetisch keramiek voor radio- en TV-componenten. Het bestaat uit een langwerpig kantoorgebouw aan de Halvemaanstraat met loodrecht daarop drie fabriekshallen.Afbeelding 3: De voormalige keramiekfabriek waarin de werkplaats en winkel van ontwerper Piet Hein Eek zijn gevestigd.
Zo was de situatie in 1950 toen de Philips-directie plannen maakte voor drastische uitbreiding van de productie van televisiebeeldbuizen. Men was reeds begonnen aan een beeldbuizenfabriek van één verdieping die later de aanduiding RO kreeg, toen leverancier Pilkington aankondigde dat ze haar productie van beeldbuisglas zou gaan beëindigen. In 1951 besloot Philips daarom tot de bouw van een eigen glasfabriek en een nieuwe beeldbuizenfabriek van twee etages. Ze kwamen gereed in resp. 1953 en 1954 en kregen de lettercombinaties RU en RAD mee. Toen was ook de bouw van RAF al ver gevorderd. Dit beeldbepalende gebouw van zes etages huisvestte kantoren, tekenruimtes, werkplaatsen, laboratoria en proeflijnen. Op de bovenste etage van de twee torenvormige uiteinden kwamen kantines voor het personeel. Er kwamen drie loopbruggen tussen de eerste etages van de gebouwen RAF, RAD, RU en RO. Het ketelhuis RAG kenmerkte zich door de pijpenbundel die zich van hieruit op een hoogte van vier meter over het gehele complex uitstrekte. Naast perslucht werden door deze buizen ook andere gassen gedistribueerd en maakte ook een vacuümleiding er onderdeel van uit.Afbeelding 4: Het systeem voor transport van beeldbuizen door de fabriek stond bekend als teleflex.
De vrees die men al voor de bouw van het complex had werd begin jaren zestig reeds bewaarheid: het werd steeds moeilijker om aan arbeiders te komen voor dit zware werk. In de glasfabriek maakte de hoge temperatuur het werken onaantrekkelijk, in de beeldbuizenfabriek was dit het optillen van de zware buizen. Weliswaar zorgde de teleflex voor het transport binnen de fabriek, maar de bewerkingen vonden plaats op losstaande carrousels. Om het personeelstekort op te heffen ging de bedrijfsleiding personeel werven in de Belgische Kempen ten zuiden van Eindhoven. Deze grensarbeiders werden dagelijks gehaald en gebracht door VIPRE (Vervoer Industrieel Personeel Rayon Eindhoven), die het personeelsvervoer voor heel Philips uitvoerde. Daartoe had ze o.a. speciale trucks, die overdag met een oplegger voor vrachtvervoer reden en ’s avonds met een passagiersuitvoering. Deze waren ondergebracht in de grote garages van gebouw RF. Toen ook op deze manier niet kon worden voorzien in de groeiende arbeidsbehoefte, wierf Philips arbeiders aan in Spanje. Vele honderden gastarbeiders kwamen zo naar Eindhoven en zij die bleven vormen nog altijd een grote gemeenschap in de stad.Afbeelding 5: Het vacuümpompen van beeldbuizen in een carrousel.
Op het hoogtepunt waren er op complex ruim 2000 mensen werkzaam. Dit was rond 1970, toen de kleurentelevisieproductie goed op gang kwam. Halverwege de jaren ’70 werd duidelijk dat het complex geen toekomst meer had als productiecentrum. Het personeelsgebrek was toegenomen en er waren geen uitbreidingsmogelijkheden. De glas- en beeldbuisfabrieken in het buitenland waren allemaal een maatje groter en daardoor rendabeler. Omdat Strijp R de bakermat was van de beeldbuizenproductie binnen Philips, en er dus veel kennis en ervaring aanwezig was, besloot de bedrijfsleiding het tot centrum te maken voor ondersteuning van de buitenlandse fabrieken. Nieuwe beeldbuistypen zouden hier voortaan worden ontwikkeld en in proefproductie worden genomen. De beeldbuisfabriek heeft die rol tot 2005 vervuld. Na de introductie van de eerste kleurentelevisiebuis in 1964 hadden de ontwikkelingen bepaald niet stilgestaan. Meest in het oog springend was de transformatie van een rond en bol scherm naar een rechthoekig en vlak scherm. In een halve eeuw was het schermformaat ook aanzienlijk toegenomen. Was dit in 1953 nog maximaal 21inch, in 2003 introduceerde men een breedbeeldbuis met een diagonaal van 36inch (91cm). Het breedbeeldformaat (16:9 i.p.v. 4:3) begon opgang te maken in de jaren ‘90 en de latere flatscreens werden al niet meer in 4:3-formaat gemaakt.Afbeelding 6: Ook het karakteristieke portiersgebouw aan de Koenraadlaan is in de nieuwbouwwijk gehandhaafd gebleven en ingericht met woningen en bedrijfsruimtes.
Dat na beëindiging van de beeldbuisactiviteiten door Philips het complex Strijp R haar industriële functie zou verliezen stond al lange tijd vast. Want terwijl het bij ingebruikname nog aan de rand van Eindhoven lag, was de stad ruim een halve eeuw later zo sterk gegroeid dat ook de nieuwe bedrijvigheid zich inmiddels weer veel verder van het centrum had verwijderd. Aan twee zijden ingesloten door het Drents Dorp lag herontwikkeling tot een woonwijk dan ook het meest voor de hand. Dat een aantal beeldbepalende objecten behouden zou moeten blijven als herinnering aan het beeldbuisverleden paste in de visie van de projectontwikkelaar. De keuze viel daarbij op het laadperron van RE, de portiersloge van RF, het verhoogde persluchtleidingnet, de loopbrug tussen RU en RAD en de voormalige keramiekfabriek RK. Laatstgenoemd gebouw werd eind 2010 in gebruik genomen door topontwerper Piet Hein Eek. Hij was toen al langere tijd op zoek naar een nieuwe vestigingslocatie met voldoende ruimte voor een werkplaats, atelier, kantoren, winkel, showroom en een restaurant. In tien jaar tijd was zijn meubelwerkplaats in Geldrop namelijk uitgegroeid tot een veelzijdig bedrijf met vijftig medewerkers. Waar noodzakelijk kreeg de buitenzijde van RK een opknapbeurt en werden de inwendige installaties na ontmanteling zoveel mogelijk verwerkt tot design meubilair of huisraad. Met deze creatieve hot spot kreeg Strijp R toch weer wat van haar oude dynamiek terug, zij het op veel bescheidener schaal en van een andere aard.
In onderstaand artikel is meer te lezen over de geschiedenis van de beeldbuizenfabriek op Strijp R in Eindhoven.