
Afbeelding 1: De voormalige meelfabriek van Van Andel is sinds 2013 het kantoorpand van de woningbouwcoöperatie Wonen Limburg.
Zoals in nogal wat andere steden telt ook de Roermondse spoorzone enkele industriële monumenten die sinds de laatste eeuwwisseling gerestaureerd zijn en een nieuwe bestemming hebben gekregen. Het betreft moutfabriek Limburgia waar architectenbureau Kern in gevestigd is en stoommaalderij Van Andel die tegenwoordig dienst doet als het kantoorpand van Wonen Limburg. Samen met het ‘spoorse erfgoed’, bestaande uit een locomotievenloods en watertoren, geven ze nog een zekere indruk van de bedrijvigheid die rond deze kruising van ‘IJzeren Rijn’ (spoorlijn Antwerpen-Mönchengladbach) en ‘Maaslijn’ (spoorlijn Venlo-Maastricht) geheerst moet hebben. In deze reportage nemen we de geschiedenis van de maalderij onder de loep, die overigens ook jarenlang in gebruik is geweest als fietsenfabriek, drukkerij en sigarenfabriek, voordat aan haar industriële bestaan een einde kwam.

Afbeelding 2: De stoommeelfabriek in haar beginjaren, gezien vanaf de stadszijde met de spoorlijn op de achtergrond.
Afgaande op de vergunningverlening moet de stoommeelfabriek omstreeks 1875 gebouwd zijn in opdracht van de firma Tijssen-Linssen. Het was daarmee overigens niet de eerste in Roermond, want reeds in 1868 liet een zekere Renier Smeets er een bouwen aan de noordzijde van het stationsplein. Hun ligging aan het spoor mag dan gunstig zijn geweest, economisch zat het tij eind jaren zeventig tegen doordat Europa overspoeld werd door goedkoop graan én meel uit de Verenigde Staten. Daar maakte de landbouw na beëindiging van de Amerikaanse Burgeroorlog namelijk een ongekende ontwikkeling door, hetgeen hier een agrarische crisis veroorzaakte die op termijn leidde tot een overgang van akkerbouw op veeteelt. Dat ook de landbouwverwerkingsindustrie er door getroffen werd blijkt uit het faillissement van Tijssen-Linssen in 1877. Een jaar later kwam het fabriekspand in handen van ondernemer Carl Trupp die het maalbedrijf heropstartte en voortzette tot zijn overlijden in 1888. Diens weduwe verkocht het bedrijf in 1890 aan de Dordtse graanhandelaar Johannes van Andel, waarna het bekend kwam te staan als ‘Roermondsche Stoommeelfabriek Van Andel & Co.’ Afgaande op een gevelsteen met het jaartal 1905 en de naam A. van Andel (vermoedelijk Arius van Andel, de zoon van Johannes) moet er in dat jaar een verbouwing hebben plaatsgevonden. Omdat twee tekeningen laten zien dat het oorspronkelijke gebouw ook al uit veertien traveeën en zes etages bestond, zal vervanging van het zadeldak door een plat dak toen waarschijnlijk de belangrijkste ingreep zijn geweest. Mogelijk dat deze verbouwing te maken had met de overgang van maalderij naar graanpakhuis, want dat deze op enig moment heeft plaatsgevonden staat wel vast. Dat er na de eeuwwisseling ook regelmatig opslagruimte te huur werd aangeboden door Van Andel wijst hier eveneens op.

Afbeelding 3: Adreskaartje van na 1900 waarop de meelfabriek vanaf de spoorzijde staat afgebeeld. Omdat het gebouw hier nog een zadeldak heeft dateert het waarschijnlijk van voor 1905. Onduidelijk is waarom de schoorsteen niet is afgebeeld, aangezien deze er destijds nog moet hebben gestaan (zie afbeelding 4).
Begin jaren twintig moet duidelijk zijn geweest dat niet alleen graanverwerking, maar ook de opslag ervan op deze locatie niet meer profijtelijk te maken was. In de sector had inmiddels een concentratieslag plaatsgevonden, waarbij vrijwel uitsluitend grote, aan vaarwater gelegen meelfabrieken overgebleven waren. Veel kleinere maalderijen schakelden over op de productie van mengvoeder. Het is niet bekend of dit door Van Andel nog overwogen is voordat hij zijn pand in 1921 in de verkoop deed. De nieuwe eigenaar werd de ‘Eerste Nederlandsche Rijwiel- en Machinefabriek v/h H. Burgers’. Deze onderneming, opgericht door Hendrikus Burgers uit Deventer, bouwde aanvankelijk ook motorfietsen en een enkele automobiel, maar ging zich na 1924 volledig toeleggen op fietsen en zou deze blijven vervaardigen tot 1961. Burgers was overigens niet het enige bedrijf uit Deventer dat zich in deze jaren in Roermond vestigde. Ook Noury & Van der Lande deed dat met de aankoop van het complex van de Electro Chemische Industrie (ECI) aan de andere kant van de stad. Opvallend genoeg was ook Jan van der Lande een meelfabrikant die de graanverwerking destijds voor gezien hield. Hij ging zich richten op de productie van chemicaliën en farmaceutica.

Afbeelding 4: Luchtopname van de maalderij uit 1925 die toen in gebruik was als rijwielfabriek. Hierop is duidelijk zichtbaar dat het pand over een eigen spoorwegaansluiting beschikte. De loodsen aan het hoofdspoor behoorden toe aan Van Gend & Loos. In het lage pand met zadeldak dat links aan de maalderij grenst was koffiebranderij BACO gehuisvest.
In de jaren dertig zorgden de economische depressie en felle concurrentie voor een gevoelige neergang van de rijwielfabriek van Burgers. Bovendien was de toenmalige directeur een prominent lid van de NSB, waardoor het bedrijf na afloop van de oorlog tot 1949 ‘onder beheer’ kwam te staan. In de oude maalderij waren toen al jarenlang geen fietsen meer in elkaar gezet. Een deel was in 1944 in gebruik genomen door drukkerij Van der Marck, die er tot 1958 in bleef zitten. De hoogbouw werd in 1954 gekocht door de firma L.J.H. Steuns & Zn. die er tot 1970 sigaren produceerde onder de merknaam ‘Ernst Casimir’ . Deze veldheer uit het geslacht Nassau-Dietz, en neef van de toenmalige stadhouder Frederik Hendrik, sneuvelde bij het beleg van Roermond in 1632. Van 1938 tot 1992 was zijn naam eveneens verbonden aan een militaire kazerne in Roermond, waar sinds 2001 het Designer Outlet Center gedeeltelijk in gevestigd is.

Afbeelding 5: Van 1954 tot 1970 werden in de oude meelfabrieken onder de merknaam ‘Ernst Casimir’ sigaren geproduceerd.
Nadat het fabrieksgebouw nog een tijd gebruikt was als magazijn van een meubelwinkel, volgde een lange periode van leegstand alvorens de woningbouwcoöperatie ‘Wonen Limburg’ er in 2013 na een grondig restauratie haar intrek in nam. Daarbij werden met glaswanden, los van de gevels, kantoorruimten gecreëerd met zo’n honderdzeventig werkplekken. Dankzij dit box-in-a-box-concept hoeft niet het volledige pand verwarmd te worden en is de draagconstructie, die grotendeels uit gietijzeren kolommen en stalen draagbalken bestaat, zichtbaar gebleven. Het is vooral dit bouwkundige aspect dat de voormalige maalderij tot een waardevol object van industrieel erfgoed maakt en reden is geweest om het in 2002 op de rijksmonumentenlijst te plaatsen.

Afbeelding 6: De meelfabriek in haar huidige gedaante als kantoorpand, gezien vanaf het spoor.