Neukirchen-Vluyn (D)

Afbeelding 1: In de voormalige maalderij Neuhaus & Co is sinds 2003 Hotel Dampfmühle gevestigd.

Zoals wel voor meer plaatsen in deze rubriek geldt, zal ook de Duitse gemeente Neukirchen-Vluyn bij velen volslagen onbekend zijn, laat staan geassocieerd worden met industrie. De plaats ligt slechts enkele tientallen kilometers over de grens, maar behoort niet tot de omvangrijke agglomeraties die zich daar langs de Ruhr (Ruhrgebied) en Rijn (Rijnland) gevormd hebben en wordt daarom gemakkelijk over het hoofd gezien. De maalderij die zich hier bevindt, en waar tegenwoordig het Hotel Dampfmühle in gevestigd is, verwerkte het graan van boeren uit de wijde omtrek zoals de windmolens het voorheen hadden gedaan, maar dan met behulp van stoomkracht. Met deze agrarische, dorpse oorsprong onderscheidde het bedrijf zich duidelijk van de grote meelfabrieken aan de binnenhaven van Duisburg, hemelsbreed gezien nog geen tien kilometer oostelijker gelegen. Deze maalden graan dat vanuit de Verenigde Staten, Zuid-Amerika en het Zwarte-Zeegebied via Rotterdam en de Rijn werd aangevoerd om daarmee het gehele achterliggende Ruhrgebied van brood te voorzien. In de reportage over Duisburg is te lezen dat ook deze maalderijen dankzij een nieuwe bestemming behouden zijn gebleven.

Toch beperkte de industrialisatie van Neukirchen-Vluyn zich niet tot de Dampfmühle Neuhaus & Co en verloor het begin vorige eeuw evengoed haar landelijke karakter. Want de steenkolenlagen die toen al tientallen jaren lang in het Ruhrgebied geëxploiteerd werd, bleken ‘Links-Rheinisch’ gewoon door te lopen en daar alleen maar wat dieper te liggen. In 1911 werd Zeche Niederberg in gebruik genomen die samen met Zeche Friedrich Heinrich in het naburige Kamp Lintfort de westelijke begrenzing van het steenkolenbekken vormde. Beide steenkolenmijnen zijn tot na de laatste eeuwwisseling actief gebleven en hun schachtbokken met ophaalgebouwen staan nog steeds overeind. Of het hier ook tot een creatieve herbestemming zal komen, zoals met een aantal steenkolenmijnen in het Ruhrgebied gebeurd is, moet nog afgewacht worden.

Afbeelding 2: Dampfmühle Neuhaus & Co in 1897 met daarnaast de woonhuizen van de families Neuhaus en Jochums.

Grondleggers van de stoommaalderij in Neukirchen-Vluyn waren Friedrich Neuhaus, Heinrich Jochums en Dietrich Heckrath. Neuhaus had ervaring opgedaan als weegmeester in de maalderij ‘Neue Mühle’ in het buurtschap Laßfonderfeld, Jochums als maalmeester op Mühle Lauersfort in het naburige Moers, terwijl Heckrath als akkerbouwer de relatie met de agrarische sector onderhield. Hun Dampfmühle verrees in 1872 aan de Krefelder Straße en bestond uit drie maalgangen, één voor grofmaling en twee voor tarwemeel. Het graan werd wekelijk ingekocht op de graanbeurs van Krefeld. De zaken verliepen zo voorspoedig dat de maalderij al in 1886 een eerste uitbreiding onderging en van een nieuwe inrichting voorzien werd. Tien jaar later kwam er een grotere stoomketel om de capaciteit nog verder te kunnen opvoeren. Met Dietrich Neuhaus, zoon van Friedrich, en Gerhard Jochums, zoon van Heinrich, was ondertussen ook een nieuwe generatie aangetreden om het bedrijf in de nieuwe eeuw voort te zetten. Onder hun leiding kreeg het complex in 1905 een zuiveringsgebouw met silo’s om grotere voorraden te kunnen aanhouden. Deze schaalvergroting liep mogelijk vooruit op de komst van een spoorlijn die de Krefelder Straße ter hoogte van de Dampfmühle kruiste en daar in 1909 ook een station met goederenoverslag kreeg.  De spoorlijn werd primair aangelegd voor het transport van steenkool van Zeche Niederberg via Moers naar Duisburg en verder, maar verschafte Neuhaus & Co. eveneens de mogelijkheid om met haar tarwemeel nieuwe afzetmarkten te bereiken. Daarom lieten Neuhaus en Jochums in 1911 ook nog een nieuw meelmagazijn met een moderne drooginstallatie bouwen om hun grote klanten uit voorraad te kunnen leveren.

Afbeelding 3: Luchtopname van het maalderijcomplex, kort voor de stillegging in 1960. Linksboven zijn de spoorlijn en het emplacement met goederenloods nog net zichtbaar.

Na bijna een halve eeuw van omzetgroei, winst en investeringen, brak er met de Eerste Wereldoorlog een periode van neergang aan die ook na 1918 voortduurde vanwege de jaren van politieke onrust en crisis die er op volgden. De Duitse gebieden ten westen van de Rijn kregen als gevolg van het vredesverdrag van Versailles te maken met een bezettingsmacht, die grotendeels uit Franse militairen bestond maar her en der ook uit Belgische, zoals in Neukirchen-Vluyn. De hyperinflatie verergerde de situatie nog verder en bereikte een dieptepunt toen voor een zak graan twee miljoen Reichsmark moest worden neergeteld. De economische opleving in de tweede helft van het decennium was slechts van korte duur en betere tijden dienden zich pas weer in de loop van de jaren dertig aan. Net als sommige andere sectoren profiteerde de landbouw bovengemiddeld van het op autarkie gerichte economische beleid van het nationaalsocialistische regime, hetgeen ook voor de verwerkende industrie nieuwe perspectieven bood. Zo liet de derde generatie Neuhaus en Jochums de maalderij uitbreiden tot zes maalgangen, waarvoor een nieuwe stoommachine geplaatst moest worden en het personeelsbestand toenam tot veertig werknemers. Ook van de zijde van de Herckraths was inmiddels de derde generatie betrokken bij het bedrijf en de drie families speelden daarnaast een prominente rol in het sociale leven van de gemeente. Dat laatste bleek nog maar eens bij de viering van het vijfenzeventigjarig jubileum van de onderneming in 1947, dat ondanks de naoorlogse schaarste met de hele gemeenschap gevierd werd. In de loop van de vijftiger jaren werd duidelijk dat een eeuwfeest niet meer zou worden bereikt. Door de voortschrijdende schaalvergroting binnen de agro-industrie hadden enkel grote meelfabrieken aan vaarwater nog toekomst en waren kleine en middelgrote maalderijen niet meer rendabel. In 1960 hield Neuhaus & Co op te bestaan, waarna het complex tien jaar leeg stond. Vanaf 1970 was het eigendom van een landbouwcoöperatie die er tot in de jaren negentig agrarische benodigdheden verkocht. Een brand richtte in 1995 grote schade aan en dit zou het lot van de Dampfmühle waarschijnlijk bezegeld hebben als ze ondertussen niet op de monumentenlijst was geplaatst. De Atlanta-groep zag er brood in en liet in 2003 de maalderij restaureren en ombouwen tot een hotelvestiging waarvan de naam nog herinnert aan haar vorige functie. Enkele jaren later opende in een nog leegstaand gedeelte Restaurant Jule’s haar deuren.

Afbeelding 4: De entree van Hotel Dampfmühle aan de Krefelderstraße.