Leuven (B)

Leuven (1)Afbeelding 1: De voormalige sigarenfabriek van ‘Tabacofina – Vander Elst’ is tegenwoordig een wooncomplex onder de naam ‘Zeventuinen’.

Meestal wordt Leuven in de eerste plaats geassocieerd met haar oude universiteit en lange biertraditie. Minder bekend is echter dat  de stad ook lange tijd binnen België een belangrijk centrum was voor de productie van sigaren en andere tabakswaren onder gerenommeerde merken als Mercator, Corps Diplomatique en Belga. Dat kleine imperium was de verdienste van de broers François en Alphons Vander Elst die in 1886 een sigarenfabriek oprichtten in Leuven. Later ging het bedrijf de naam Tabacofina voeren en opende in 1947 een sigarettenfabriek in Merksem bij Antwerpen. Zoals zo veel branchegenoten kwam ze tegen het einde van de vorige eeuw in handen van één van de internationale tabaksgiganten, in dit geval British American Tobacco. Die deed de sigarenproductie over aan de Scandinavian Tobacco Group, waarna de Leuvense vestiging in 2010 sloot en de productie werd overgeheveld naar het Limburgse Lummen. De fabriek werd vervolgens her-ontwikkeld tot wooncomplex de ‘Zeventuinen’, inclusief een restaurant dat is vernoemd naar één van de merken waaronder Vander Elst haar sigaren verkocht: La Gloria. Het voormalig tabaksmagazijn aan de Vaartkom doet inmiddels dienst als winkel- en kantoorcomplex, te midden van enkele andere voormalige bedrijfsgebouwen in dit havengebied.Leuven (2)Afbeelding 2: Wat vroeger het tabaksmagazijn was van ‘Vander Elst’ aan de vaartkom is nu een winkel- en kantoorcomplex.

In feite was het Henri Vander Elst die al in 1874 tabak begon te verwerken in Leuven, en wel met een kerverij in de Peereboomstraat. Hij deed deze echter over aan zijn beide jongere broers om zich in Antwerpen te gaan toeleggen op de invoer van Amerikaanse tabak. In 1891 moest Henri het tweetal echter te hulp schieten met een lening, nadat een overstroming van de Dijle hun voorraden had weggespoeld en bedrijfspand had beschadigd. Na twee maanden strenge vorst was het plotseling gaan dooien en in combinatie met zware regenval had dat het waterpeil in het anders zo gemoedelijke riviertje met wel twee meter doen stijgen. Zestig straten liepen onder en de verwoesting was zo groot dat er een hulpcomité gevormd moest worden. De ramp werd later door kunstschilder Constantin Meunier, die zelf ook getroffen was, op doek vereeuwigd. Om herhaling te voorkomen besloten François en Alphonse zich elders te vestigen en kochten daartoe een woonhuis aan de Tiensevest en werkplaats aan de Arnold Nobelstraat die de kern zou gaan vormen van de latere fabriek. In de jaren die volgden verliepen de zaken zo voorspoedig dat ze in 1911 de tabakshandel van Henri in Antwerpen overnamen om van voldoende aanvoer verzekerd te zijn. Voor de import van Indische tabak richtten ze een kantoor op in Amsterdam en een agentschap op Java. Met een weekproductie van gemiddeld vijfentwintigduizend kilo pruim- en snuiftabak was ‘Vander Elst Gebroeders’ aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog marktleider binnen dit segment.Leuven (3)Afbeelding 3: De fabriek van Tabacofina – Vander Elst in Merksem, gelegen tussen het Albertkanaal en de Bredabaan.

Op 25 augustus 1914 sloeg het noodlot echter nogmaals toe toen de Duitse troepen, die Leuven al een week eerder bezet hadden, als represaillemaatregel een groot deel van de stad in brand staken. Daarbij verloren bijna driehonderd inwoners het leven en werden meer dan vijftienhonderd huizen en gebouwen beschadigd of verwoest, waaronder de monumentale universiteitsbibliotheek. Samen met vergelijkbare oorlogsmisdaden in Visé en Dinant kwam dit aan geallieerde zijde bekend te staan als de ‘Verkrachting van België’ en heeft daar in de oorlogspropaganda een belangrijke rol gespeeld. Ook de fabrieks- en magazijngebouwen van ‘Vander Elst Frères’ – zoals de onderneming was gaan heten nadat ze een half jaar eerder door François en Alphonse aan hun zonen en neven was overgedaan – vielen aan de vlammen ten prooi en alleen de bedrijfswinkel bleef behouden. Dat dit te danken zou zijn geweest aan het feit dat deze (vanwege de Virginiatabak)  ‘Amerikaans Huis’ heette en de Duitsers geen moeilijkheden met de Verenigde Staten wilden uitlokken, moet echter als twijfelachtig bestempeld worden. Feit is wel dat de grote tabaksvoorraden die ‘Vander Elst’ in de VS had aangelegd het bedrijf in staat stelden om na de oorlog snel met kwalitatief goede rookwaar op de markt te komen.Leuven (4)Afbeelding 4: Het eerste Belga-meisje in de kleuren van de nationale vlag.

Door de toegenomen concurrentie was het noodzakelijk geworden om reclame te gaan maken met aansprekende merknamen. Gecombineerd met de patriottische stemming waarin het land zich tijdens de naoorlogse jaren bevond deed dit de directie van ‘Vander Elst’ er toe besluiten om haar sigaretten onder de naam ‘Belga’ te gaan verkopen. Bovendien werden affiches, advertenties en verpakkingen uitgevoerd in de kleuren van de nationale vlag: zwart, geel en rood. En toen in 1926 de naam ‘Belga’ eveneens was ingevoerd als nieuwe munteenheid van het land, werd dit tevens de prijs van één pakje sigaretten van ‘Vander Elst’. Voorheen betaalde men, net als in Frankrijk, in franken, maar nadat België in 1925 de Latijnse Muntunie had verlaten stapte het land over op de Belga, om in 1944 weer terug te keren naar de frank. ‘Belga’ groeide al snel uit tot het bekendste sigarettenmerk van België, mede door de sterke advertenties en grote herkenbaarheid, waarin het ‘Belga-meisje’ een hoofdrol vervulde. Deze afbeelding van een jonge dame met hoed sierde vanaf 1925 de verpakkingen. Alhoewel ze in de loop der jaren de nodige gedaanteveranderingen onderging, bleef ze het belangrijkste handelsmerk. Een zekere Paula Bollaert uit Antwerpen stond er model voor en het was de Zwitserse kunstenaar en reclameontwerper Leo Marfurt die haar ontdekt had. Eerder had hij haar al ingezet voor een reclamecampagne rond het citroendrankje ‘Globe’ van Schweppes. Tien jaar later deed ‘Vander Elst’ een beroep op de bekende kunstenaar René Margritte om een opvolgster te maken en die liet zich toen inspireren door zijn echtgenote Georgette. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest het merk op last van de bezetter uit de handel worden genomen vanwege het patriottische karakter. In 1947 werd met de opening van de nieuwe sigarettenfabriek in Merksem ook het Belga-meisje weer nieuw leven in geblazen, maar dat bereikte niet meer dezelfde impact als vóór de oorlog, ook niet toen in de jaren zestig ‘Miss Belgium’ model ging staan. Toen het bedrijf in 1972 voor het eerst in vreemde handen kwam, verdween ze van de verpakkingen, maar British American Tobacco (BAT) maakte die vergissing later weer goed met een moderne versie. In 2014 viel uiteindelijk toch het doek voor het Belga-meisje, nadat BAT de productie van het merk in 2004 al had verplaatst naar Nederland en zich daar volledig op ‘Lucky Strike’ ging concentreren.Leuven (5)Afbeelding 5: Het Belga-meisje dat in 1935 door René Margritte werd geschilderd.

In 1928 verenigden zich op initiatief van Vander Elst een aantal Belgische tabaksproducenten in de financiële holding ‘Tabacofina’, waaronder naast Vander Elst zelf de sigarenfabrikanten Jubilé uit Luik, Cogétama-Neron uit Gent en Alto uit Turnhout. De Leuvense fabriek van Vander Elst kreeg het tijdens de Tweede Wereldoorlog wederom zwaar te verduren. Engelse troepen plaatsten in mei 1940 luchtafweergeschut op haar platte daken, wat door de Duitsers beantwoord werd met een luchtbombardement dat grote schade aanrichtte. Besloten werd daarom om een volledig nieuw complex te bouwen met drie aparte afdelingen voor resp. rooktabak, sigaretten en sigaren. Door de voortdurend wijzigende marktomstandigheden kon die indeling in praktijk overigens maar moeilijk gehandhaafd worden. De productie van rooktabak en sigaretten werd meer en meer naar Merksem overgeheveld, waardoor Leuven vanaf medio jaren zestig in feite enkel nog een sigarenfabriek was. Ruim zeshonderd mensen waren er destijds werkzaam, terwijl dit aantal bij de sluiting in 2010 nog zo’n tweehonderdvijftig bedroeg.Leuven (6)Afbeelding 6: Met veel groen maakt het nieuwe wooncomplex de naam ‘Zeventuinen’ volledig waar.